Armoede heeft mogelijk effect op de psychosociale ontwikkeling. Uit onderzoek is gebleken dat er een verband is tussen armoede en het vaker voorkomen van psychosociale problemen bij kinderen tot 12 jaar. Deze problemen kunnen zowel internaliserend als externaliserend zijn. Kinderen kunnen bijvoorbeeld vaker depressieve gevoelens hebben, een minder gevoel van eigenwaarde, een minder positief zelfbeeld, pesten en agressief gedrag vertonen.

Armoede vergroot de kans op voortijdig schoolverlaten. Het opleidingsniveau van ouders speelt een belangrijke rol voor het voortijdig schoolverlaten van jongeren. Daarnaast blijkt ook dat kinderen die in armoede leven school vaak als 'niet leuk' ervaren en daardoor voortijdig schoolverlaten, vroeger geld willen gaan verdienen door te werken of zich niet kunnen concentreren op school door de problemen thuis/thuis geen ruimte hebben om rustig tijd te kunnen besteden aan school.

Armoede is een risicofactor voor jeugdcriminaliteit. Niet zozeer de armoede op zich, maar met name het gebrek aan sociaal kapitaal en een hoge criminaliteit binnen een wijk kan een slechte invloed hebben op het kind.

Gezinnen met een laag sociaaleconomische status roken en drinken meer, eten minder groente en fruit en bewegen weinig. Dit ongezonde gedrag is vaak een indirect gevolg van armoede. Dit zorgt voor een ongezonde leefstijl voor het kind. Vaak heeft een gezin ook niet voldoende financiele middelen om gezonde voeding te kunnen kopen.